Verkoopt u brood, gebak en patisserie? Hebt u ambachtslieden in dienst, zoals bakkers en banketbakkers, maar ook verkopers en algemene werknemers? Dan valt uw bedrijf duidelijk onder de cao voor bakkerij en banketbakkerij. Deze cao, het resultaat van een overeenkomst tussen werkgevers en vakbonden, past de arbeidswetgeving aan om beter aan te sluiten bij de specifieke kenmerken van uw branche.
Om alles te weten te komen over salarissen, roosters, opleidingen, gezondheid en secundaire arbeidsvoorwaarden voor uw werknemers, en om ervoor te zorgen dat het management van uw bedrijf volledig aan de regels voldoet, nodigen wij u uit onze gids te raadplegen.
Er zijn twee soorten bakkerijen, elk met een eigen cao:
Volgens de collectieve overeenkomst voor ambachtelijke bakkerijen zijn bedrijven waarbij de kernactiviteit bestaat uit de productie en verkoop rechtstreeks aan de eindverbruiker van producten zoals brood, gebak en patisserie. Om onder deze overeenkomst te vallen, moeten deze bedrijven één of meer verkooppunten exploiteren die voldoen aan minstens twee van de volgende voorwaarden:
Deze criteria gelden specifiek voor bedrijven die vallen onder de NAF-code 158C, waaronder bakkers, banketbakkers en bijbehorende verkooppunten. In dit geval wordt uw bedrijf volgens de Franse wet beschouwd als een ambachtelijke bakkerij, en de toepasselijke cao is IDCC 0843.
Voor industriële bakkerijen geldt de cao van 13 juli 1993, bijgewerkt op 11 oktober 2011 (IDCC 1747). Deze documenten zijn ook van toepassing op winkels die direct verbonden zijn met een industriële bakkerij. Werkgevers die zich bezighouden met de productie, verwerking of verkoop van gebak, patisserie en banketproducten vallen onder deze richtlijnen. Deze activiteiten worden als industrieel beschouwd door de volgende kenmerken:
Winkelketens die actief zijn in de productie en verkoop van vers gebak en afgewerkte bakkerij- of banketproducten vallen ook in deze categorie.
In beide gevallen behandelen de cao's onderwerpen zoals werktijden, proefperiodes, ontslag, bonussen, vakanties, enzovoort.
In de bakkerijsector wordt de aanwerving van een werknemer bevestigd aan het einde van de proefperiode. Het is essentieel dat de werkgever de volgende cruciale elementen schriftelijk vastlegt via een arbeidsovereenkomst of verbintenisbrief:
De duur van de proefperiode kent wettelijke maximumlimieten, afhankelijk van de status van de werknemer:
Hoewel de arbeidsovereenkomst of cao kortere periodes kan vaststellen, kan een proefperiode voor een vast contract (CDI) alleen worden verlengd via een collectieve brancheovereenkomst die is afgesloten vóór de wetgeving van 25 juni 2008.
Interessant om te weten: Volgens de cao in de bakkerij- en banketbakkerijsector heeft een werknemer, indien een werkgever besluit het contract te beëindigen tijdens de proefperiode nadat de werknemer minstens 5 dagen heeft gewerkt, recht op betaald vakantiegeld, vergelijkbaar met wat een uitzendkracht zou ontvangen.
Wat betreft de verlenging van de proefperiode, is dit uitsluitend mogelijk voor functies op kaderniveau. Bovendien mag de totale duur niet langer zijn dan 4 maanden.
Hoewel dit niet standaard is, moet deze mogelijkheid expliciet worden vermeld in de arbeidsovereenkomst. Daarnaast is een schriftelijke overeenkomst tussen werknemer en werkgever vereist vóór het einde van de oorspronkelijke proefperiode.
De cao voor de bakkerij- en banketbakkerijsector bepaalt de wettelijke arbeidstijd op 35 uur per week. Deze kan worden verlengd tot 46 uur per week over een periode van 12 weken, zonder dat meer dan 10 uur per dag wordt gewerkt.
In een industriële bakkerij mag een werkdag niet korter zijn dan 3 aaneengesloten uren. Na een lunchpauze van 2-3 uur worden gewerkte uren verhoogd met 10%. Volgens artikel L3121-16 van de Arbeidswet is een pauze van 20 minuten verplicht na 6 uur ononderbroken werk. Specifieke regels kunnen per sector verschillen.
De collectieve overeenkomst voor de bakkerijsector (IDCC 0843) bevat geen uniforme richtlijnen voor wekelijkse rustdagen. Lokale overeenkomsten bepalen vaak de regels:
Volgens artikel L3132 van de Arbeidswet mogen werknemers niet 6 opeenvolgende dagen werken. Er moet een rustperiode van minstens 24 aaneengesloten uren zijn.
Overuren komen veel voor in de bakkerijsector, vooral tijdens drukke periodes zoals feestdagen. De vergoeding van overuren wordt afgestemd op de nationale wetgeving (artikel L3121-36 van de Arbeidswet):
Werkgevers kunnen kiezen tussen betaling of compenserende rusttijd. Bijvoorbeeld, een uur betaald tegen 50% staat gelijk aan 1,5 uur rust.
Deeltijdse werknemers mogen maximaal 10 uur per dag werken, met een minimum van 2 aaneengesloten uren.
In ambachtelijke bakkerijen moeten deeltijdcontracten van minstens 18 uur per week een pauze van maximaal 5 uur bevatten.
Deeltijders mogen tot een derde van hun normale werkuren overuren maken. Voor de eerste 10% van de overuren geldt een bonus van 10%, die stijgt naar 25% bij meer overuren.
Werknemers die regelmatig tussen 20.00 en 06.00 uur werken of minstens 270 nachturen per jaar maken, worden beschouwd als nachtarbeiders.
Ze ontvangen een toeslag van 25% per nachtelijk uur en kunnen recht hebben op extra rustdagen. Bij meer dan 600 nachturen per jaar stijgt dit tot 2 extra rustdagen. Nachtwerk is beperkt tot 40 uur per week, en er is versterkt medisch toezicht vereist.
Hoewel zondagswerk meestal verboden is, mogen bakkerijen op zondagochtend tot 13.00 uur open zijn. Werknemers ontvangen:
Lokale overeenkomsten kunnen hogere toeslagen vastleggen.
Volgens de cao hebben werknemers jaarlijks recht op:
Specifieke feestdagen voor familie-evenementen:
Bij evenementen verder dan 300 km kan een extra dag worden aangevraagd.
De cao introduceert twee specifieke bonussen:
Salarisbehoud:
Werkzekerheid:
De opzegtermijn varieert:
Ontslagvergoedingen:
De vergoeding wordt berekend op basis van het gemiddelde loon van de laatste 12 maanden of 3 maanden, inclusief bonussen.
Volgens artikel L4131-1 van de Arbeidswet mogen werknemers zich terugtrekken uit een situatie die een ernstig gevaar vormt voor hun gezondheid of veiligheid. De werkgever mag hen niet dwingen het werk te hervatten zolang het gevaar niet is weggenomen.
Wat is een nationale collectieve overeenkomst (CCN)?
Het is een schriftelijke overeenkomst tussen werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers die de arbeidsregels voor een specifieke sector vastlegt. Deze regels kunnen gunstiger zijn dan de algemene wetgeving, bijvoorbeeld door hogere ontslagvergoedingen, kortere werktijden of extra vakantiedagen.
Opmerking: De werkgever moet de overeenkomst toepassen die hoort bij de hoofdactiviteit van het bedrijf. Raadpleeg de APE- of NAF-code van INSEE om de juiste cao te identificeren.